Richtlijnen voor de berekening van de drempel:
- Meerdere horecazaken onder één btw-identificatienummer
- Onderscheid tussen leveringen en restaurant- en cateringdiensten
Referentieperiode voor de berekening van de drempel:
- Bestaande onderneming
- Starter
- Overnemer
- Verplichting tot het uitreiken van een rekening of ontvangstbewijs tijdens de periode tussen de registratie en de ingebruikname van het geregistreerd kassasysteem
Uitzonderingsmaatregelen en kassavergunningen:
- Forfaitaire regeling artikel 56 van het Btw-Wetboek
- Vrijstellingsregeling artikel 56bis van het Btw-Wetboek
- Verschaffers van lichte maaltijden
- Frituuruitbaters
- Vergunning Aanschrijving nr. 6 van 27.04.1999
- Vergunning Beslissing nr. E.T.103.592 van 02.06.2003
Richtlijnen voor de berekening van de drempel
Meerdere horecazaken onder één btw-identificatienummer
Indien onder hetzelfde btw-identificatienummer, meerdere horecazaken worden uitgebaat, moet de drempel van 25.000 euro per inrichting (zie artikel 21bis § 1, 2de lid, van het koninklijk besluit nr. 1) worden bekeken. Elke inrichting volgt dus haar eigen regeling.
Indien het echter gaat om inrichtingen die materieel met elkaar verbonden zijn, waarbij de klanten zich vrij, en zonder het gebouw te verlaten, kunnen verplaatsen tussen de verschillende inrichtingen, moet de drempel worden berekend over het geheel van deze inrichtingen.
Voorbeeld mobiele kar
De ijsverkoper met verbruikssalon en met mobiele ijskar, moet het salon en de ijskar als twee verschillende inrichtingen bekijken. Hij berekent voor elke inrichting afzonderlijk, dus twee maal, de drempel. Het mobiele karretje dat zich beperkt tot leveringen, vereist dus geen geregistreerd kassasysteem.
Hetzelfde geldt ook voor belastingplichtigen die naast een horecazaak ook een marktkraam uitbaten, voor bakkers met verbruikssalon die ook een broodronde doen, voor uitbaters van een ijssalon die ook een melkronde doen,…
Voorbeeld slager met cateringdiensten
Eveneens en in weerwil van de Memorie van toelichting geldt dit voor een slager die cateringdiensten verricht (hij begeeft zich bij de klanten om er vlees te bakken) en de drempel overschrijdt. De slagerij en de cateringdiensten (het bakken van vlees aan huis) dienen als afzonderlijke inrichtingen te worden beschouwd. Er dienen enkel kastickets van een geregistreerd kassasysteem uitgereikt te worden voor de verstrekte cateringdiensten en niet voor de verrichte verkopen in de slagerij.
Voorbeeld pretpark - voetbalstadion
Om te bepalen of er binnen een pretpark rekeningen of ontvangstbewijzen zoals bedoeld in artikel 22, van het koninklijk besluit nr. 1, of kastickets van een geregistreerd kassasysteem moeten worden uitgereikt, moet elke inrichting afzonderlijk bekeken worden. Er kunnen binnen één park bijvoorbeeld meerdere restaurants, drankgelegenheden, snackkramen, ijsjesverkopers,… aanwezig zijn. De drempel zal voor elke inrichting afzonderlijk berekend moeten worden. Het staat de belastingplichtige evenwel vrij om gemakshalve geregistreerde kassasystemen te gebruiken in alle bedoelde inrichtingen.
Om te bepalen of er binnen een voetbalstadion rekeningen of ontvangstbewijzen zoals bedoeld in artikel 22, van het koninklijk besluit nr. 1, of kastickets van een geregistreerd kassasysteem moeten worden uitgereikt, moet elke inrichting afzonderlijk bekeken worden. Er kunnen binnen één stadion bijvoorbeeld meerdere restaurants, drankgelegenheden, snackkramen, … aanwezig zijn. De drempel zal voor elke inrichting afzonderlijk berekend moeten worden. Het staat de belastingplichtige evenwel vrij om gemakshalve geregistreerde kassasystemen te gebruiken in alle bedoelde inrichtingen.
Onderscheid tussen leveringen en restaurant- en cateringdiensten
Het nieuwe standpunt met betrekking tot het onderscheid tussen een levering van spijzen en/of dranken en een restaurant- of cateringdienst, wordt toegelicht op een andere pagina.
Referentieperiode voor de berekening van de drempel
Bestaande onderneming
Voor bestaande ondernemingen die op 01.07.2016 een activiteit inzake restaurant- en cateringdiensten uitoefenen, geldt als referentieperiode het kalenderjaar 2015. Wanneer evenwel de belastingplichtige zijn activiteit heeft aangevangen tijdens de eerste zes maanden van het jaar 2015, komt de referentieperiode overeen met de twaalf kalendermaanden die 01.07.2016 voorafgaan. Wanneer op deze datum de gerealiseerde omzet betrekking heeft op minder dan twaalf kalendermaanden, komt de referentieperiode overeen met dit aantal maanden en wordt het drempelbedrag van 25.000 euro verminderd naar rato van het aantal kalendermaanden dat verstreken is tussen de eerste dag van de maand die volgt op het begin van zijn activiteit en 01.07.2016. Deze vermindering pro rata temporis is niet van toepassing in het geval van een seizoensgebonden onderneming of een onderneming waarvan de activiteit op een onregelmatige wijze wordt uitgeoefend (artikel 21bis, § 2, 1ste lid, van het koninklijk besluit nr. 1).
De belastingplichtige die op 01.07.2016 beantwoordt aan de voorwaarden moet het kasticket uitreiken vanaf die datum.
Wanneer de belastingplichtige na 01.07.2016 bij de indiening van de periodieke btw-aangifte, vaststelt dat de totale omzet exclusief btw, met betrekking tot de restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, gerealiseerd tijdens het lopende kalenderjaar 25.000 euro overschrijdt, is hij gehouden zich te laten registreren bij de FOD Financiën uiterlijk bij het verstrijken van de tweede maand die volgt op het betreffende btw-aangiftetijdvak (artikel 21bis, § 3, 1ste lid, van het koninklijk besluit nr. 1). De belastingplichtige moet uiterlijk op het einde van de derde maand die volgt op het betreffende btw-aangiftetijdvak, een geregistreerd kassasysteem in gebruik nemen in die inrichting (artikel 21bis, § 3, 2de lid, van het koninklijk besluit nr. 1).
Voorbeeld bestaande onderneming
Bij de indiening van de periodieke aangifte van het 3de kwartaal 2017, stelt de belastingplichtige vast dat hij de drempel van 25.000 euro heeft overschreden wat betreft de omzet gerealiseerd tijdens het jaar 2017 met betrekking tot restaurant- en cateringdiensten. De belastingplichtige moet zichzelf en de betrokken inrichting uiterlijk 30.11.2017 registreren. Uiterlijk 31.12.2017 dient hij een geregistreerd kassasysteem in gebruik te nemen.
Starter
De belastingplichtige die zijn activiteit aanvangt na 01.07.2016, is gehouden te verklaren, onder controle van de administratie die belast is met de belasting over de toegevoegde waarde, dat naar alle waarschijnlijkheid het bedrag van zijn jaaromzet exclusief btw, met betrekking tot restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, bedoeld in § 1, 1ste lid, 25.000 euro niet zal overschrijden. Indien de belastingplichtige van oordeel is dat zijn jaaromzet het bedrag van 25.000 euro zal overschrijden, is hij gehouden zich te laten registreren uiterlijk bij het verstrijken van de tweede maand die volgt op de datum van aanvang van zijn activiteit (artikel 21bis, § 2, 2de lid, van het koninklijk besluit nr. 1). De belastingplichtige moet uiterlijk op het einde van de derde maand die volgt op de datum van aanvang van zijn activiteit, een geregistreerd kassasysteem in gebruik nemen in die inrichting (artikel 21bis, § 2, 3de lid, van het koninklijk besluit nr. 1).
De omzet van de restaurant- en cateringdiensten dient door de exploitant te worden geraamd onder controle van de administratie (hij kan zich bijvoorbeeld baseren op een realistisch businessplan).
Een bestaande belastingplichtige die zijn economische activiteit wijzigt naar een activiteit waarbinnen restaurant- of cateringdiensten worden verricht, wordt beschouwd als een starter.
Voorbeeld starter
Ik start een horecazaak op 02.07.2017.
Op 02.07.2017 schat ik de jaarlijkse omzet aan restaurant- en cateringdiensten.
Indien ik schat dat mijn jaarlijkse omzet aan restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, 25.000 euro zal overschrijden, moet ik overgaan tot mijn eigen registratie en die van mijn inrichting, tegen uiterlijk 30.09.2017. Ik moet een geregistreerd kassasysteem in gebruik nemen tegen uiterlijk 31.10.2017.
Indien ik schat dat mijn jaarlijkse omzet aan restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, 25.000 euro niet zal overschrijden, ben ik ontheven van de verplichting kastickets van een geregistreerd kassasysteem uit te reiken.
Indien ik in de loop van het jaar 2017 of tijdens latere jaren, bij de indiening van een periodieke aangifte, vaststel dat ik de jaarlijkse drempel van 25.000 euro wat betreft de omzet met betrekking tot restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, heb overschreden, moet ik mij laten registreren uiterlijk op het einde van de tweede maand volgend op de periode van de betrokken btw-aangifte. Ik moet uiterlijk op het einde van de derde maand volgend op de periode van de betrokken btw-aangifte, een geregistreerd kassasysteem in gebruik nemen.
Overnemer
Iemand die een zaak overneemt zonder toepassing van artikel 11, van het Btw-Wetboek wordt beschouwd als een starter.
Een belastingplichtige wordt als een overnemer beschouwd indien de overname gebeurt met toepassing van artikel 11, van het Btw-Wetboek. Dit is het geval wanneer het gaat om de overdracht van een algemeenheid van goederen of van een bedrijfsafdeling. De overnemer wordt geacht de persoon van de overdrager voort te zetten.
De overnemer dient zijn ramingen te baseren op de gegevens van de overdrager. Wanneer de jaaromzet van de overdrager voortkomend uit de restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, het bedrag van 25.000 euro overschrijdt, is de overnemer als belastingplichtige die een activiteit start, gehouden zich te laten registreren uiterlijk bij het verstrijken van de tweede maand die volgt op de datum van aanvang van zijn activiteit. De belastingplichtige moet uiterlijk op het einde van de derde maand die volgt op de datum van aanvang van zijn activiteit, een geregistreerd kassasysteem in gebruik nemen in die inrichting.
Verplichting tot het uitreiken van een rekening of ontvangstbewijs tijdens de periode tussen de registratie en de ingebruikname van het geregistreerd kassasysteem
De belastingplichtige die zich heeft laten registreren bij de FOD Financiën en die nog niet beschikt over een geregistreerd kassasysteem dat hem toelaat het kasticket uit te reiken, is gehouden tijdens deze periode de rekening of het ontvangstbewijs uit te reiken bedoeld in artikel 22, § 1, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit nr. 1 (artikel 21bis, § 4, 1ste lid, van het koninklijk besluit nr. 1).
Bij wijze van tolerantie en om praktische redenen dient de rekening en ontvangstbewijs ook in deze context enkel uitgereikt te worden voor de maaltijden en de dranken, verschaft bij deze maaltijden.
Uitzonderingsmaatregelen en kassavergunningen
Forfaitaire regeling artikel 56 van het Btw-Wetboek
Ook de belastingplichtigen die gebruik maken van de forfaitaire regeling van artikel 56, § 1, van het Btw-Wetboek, moeten de drempel van 25.000 euro toepassen om te bepalen of zij al dan niet verplicht zijn kastickets van een geregistreerd kassasysteem uit te reiken. Het gaat hier om frituurexploitanten, caféhouders, slagers, bakkers en ijsbereiders met een verbruikssalon. Deze lijst is echter niet exhaustief. Indien belastingplichtigen die gebruik maken van een andere forfaitaire regeling, ook te maken krijgen met de problematiek rond het geregistreerde kassasysteem, is de uiteenzetting hieronder eveneens op hen van toepassing.
Degenen die de 25.000 euro niet overschrijden zijn gehouden rekeningen of ontvangstbewijzen zoals bedoeld in artikel 22, van het koninklijk besluit nr. 1 uit te reiken voor de verschafte maaltijden en bijhorende dranken. Het blijft mogelijk de forfaitaire regeling toe te passen.
Degenen die de 25.000 euro overschrijden, zijn gehouden kastickets van een geregistreerd kassasysteem uit te reiken. Aangezien het gebruik van een geregistreerd kassasysteem (verplicht of vrijwillig) niet verenigbaar is met de toepassing van de forfaitaire regeling, verliezen zij de toepassing van deze regeling vanaf het kalenderjaar volgend op de overschrijding van de drempel (Zie beslissing nr. E.T. 131.030 dd. 10.11.2016). Deze beslissing treedt in werking op 01.01.2017.
Vrijstellingsregeling artikel 56bis van het Btw-Wetboek
De kleine ondernemingen, waarvan de jaaromzet niet meer bedraagt dan 25.000 euro, exclusief btw, kunnen genieten van een belastingvrijstelling voor de leveringen van goederen en diensten die ze verrichten. Ook de kleine ondernemingen onder de vrijstellingsregeling moeten de drempel van 25.000 euro toepassen indien zij restaurant- of cateringdiensten verrichten.
Diegenen die voor hun restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, de 25.000 euro niet overschrijden, zijn gehouden rekeningen of ontvangstbewijzen zoals bedoeld in artikel 22, van het koninklijk besluit nr. 1 uit te reiken voor de verschafte maaltijden en bijhorende dranken (de beslissing nr. E.T.114.588 van 01.12.2008 werd opgeheven).
De belastingplichtigen die de 25.000 euro voor hun restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, overschrijden zijn gehouden kastickets van een geregistreerd kassasysteem uit te reiken. Bovendien, aangezien hun totale jaarlijkse omzet dus vanzelfsprekend de drempel van 25.000 euro overschrijdt, kunnen zij niet langer genieten van de toepassing van de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen (artikel 56bis, § 1, eerste lid, van het Btw-Wetboek).
Verschaffers van lichte maaltijden
De tolerantiemaatregel omschreven in punt 18 van de aanschrijving nr. 6 van 27.04.1999, waardoor verschaffers van lichte maaltijden geen controledocument moeten uitreiken, is voor alle belastingplichtigen afgeschaft door de invoering van de geregistreerde kassasystemen.
Zij dienen hetzij kastickets van een geregistreerd kassasysteem, hetzij rekeningen of ontvangstbewijzen zoals bedoeld in artikel 22, van het koninklijk besluit nr. 1 uit te reiken.
Frituuruitbaters
De tolerantiemaatregel omschreven in punt 19 van de aanschrijving nr. 6 van 27.04.1999, waardoor frituuruitbaters geen controledocument moeten uitreiken, is voor alle belastingplichtigen afgeschaft door de invoering van de geregistreerde kassasystemen.
Zij dienen hetzij kastickets van een geregistreerd kassasysteem, hetzij rekeningen of ontvangstbewijzen zoals bedoeld in artikel 22, van het koninklijk besluit nr. 1 uit te reiken.
Vergunning Aanschrijving nr. 6 van 27.04.1999
De vergunningen 'Aanschrijving 6/1999', waardoor belastingplichtigen een kasticket van een vergunde kassa konden uitreiken ter vervanging van een rekening of ontvangstbewijs zoals bedoeld in artikel 22, van het koninklijk besluit nr. 1, zijn voor alle belastingplichtigen (met uitzondering van zij die automobielen wassen) afgeschaft door de invoering van de geregistreerde kassasystemen.
Zij dienen hetzij kastickets van een geregistreerd kassasysteem, hetzij rekeningen of ontvangstbewijzen zoals bedoeld in artikel 22, van het koninklijk besluit nr. 1 uit te reiken.
Vergunning Beslissing nr. E.T.103.592 van 02.06.2003
De vergunningen 'Beslissing E.T.103.592', waardoor belastingplichtigen een kasticket van een vergunde kassa konden uitreiken ter vervanging van een rekening of ontvangstbewijs zoals bedoeld in artikel 22, van het koninklijk besluit nr. 1, zijn voor alle belastingplichtigen (met uitzondering van zij die aan betalende gasten onderdak verschaffen en van zij die automobielen wassen) afgeschaft door de invoering van de geregistreerde kassasystemen.
Zij dienen hetzij kastickets van een geregistreerd kassasysteem, hetzij rekeningen of ontvangstbewijzen zoals bedoeld in artikel 22, van het koninklijk besluit nr. 1 uit te reiken.