Hoe verloopt de registratieprocedure voor de horeca-uitbater ?

U moet zich online registreren als GKS-gebruiker.

Deze registratie verloopt als volgt:

  • Zorg ervoor dat u uw identiteitskaart en btw nummer bij de hand heeft
  • Verschaf u toegang tot de registratietoepassing. U bevindt zich onmiddellijk in uw persoonlijke account.
  • Vervolledig uw persoonlijke account in de applicatie
  • Registreer al uw horeca inrichting(en) waar u een GKS wil of moet gebruiken

U ontvangt per kerende mail van ons de uiterlijke installatiedatum van uw GKS in 2015. Ten laatste op die datum moet er een GKS in uw zaak actief zijn.

Van zodra u uw GKS activeert, geniet u de doelgroepvermindering vanaf de eerste dag van het kwartaal dat volgt op de datum waarop u het GKS in gebruik nam. Welke administratieve stappen u vervolgens voor de RSZ moet ondernemen om de doelgroepvermindering te genieten, verneemt u op de site van onze collega's van de RSZ via deze link.

  • Bestel bij uw dealer de GKS-onderdelen die u nodig heeft. Dat omvat steeds de Fiscale Data Module (FDM). Of u ook een kassasysteem bestelt, hangt er van of uw huidig systeem kan worden aangepast aan de karakteristieken van het gecertificeerd model.
  • Van zodra uw dealer over het product beschikt, zal hij de GKS-onderdelen in kwestie registreren in dezelfde online applicatie.Als gevolg daarvan, zal in uw account het serienummer van elk GKS-onderdeel van uw systeem verschijnen. Vraag aan uw dealer u een seintje te geven als hij uw onderdelen registreerde.
  • Bevestig via de tab "apparaten" de levering van de verschillende onderdelen
  • Maak de koppeling tussen de FDM en de kassa(s)
  • Vraag uw VAT Signing Card (VSC) aan

Deze kaart is het laatste GKS-onderdeel dat u nodig heeft. Met deze kaart activeert u uw de Fiscale Data Module (FDM). De activatie van de FDM betekent de activatie van het GKS in zijn totaliteit.

Maximum een week na uw aanvraag tot VSC ontvangt u twee brieven. Eén brief bevat uw VSC-kaart en de activatie-instructies. De tweede brief bevat de pincode die u nodig heeft om het GKS te activeren.

Download hier de gebruikersgids die u bij elke stap van uw registratieplicht begeleidt.

Andere vragen over dit thema

  • Alle belastingplichtigen die restaurant- of cateringdiensten verschaffen zijn gehouden een controledocument uit te reiken. Het gaat hetzij om rekeningen of ontvangstbewijzen, hetzij om kastickets van een geregistreerd kassasysteem.

    Drempel van 25.000 euro, exclusief btw

    De exploitant van een inrichting waar maaltijden worden verbruikt en de traiteur die cateringdiensten verricht, moeten kastickets uitreiken met behulp van een geregistreerd kassasysteem wanneer de jaaromzet, exclusief btw, met betrekking tot de restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, meer bedraagt dan 25.000 euro. (artikel 21bis, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 1).

    De drempel wordt berekend met bedragen exclusief btw en omvat de omzet uit restaurant- en cateringdiensten. Worden niet meegenomen in de berekening van de drempel, de omzet uit:

    • het verschaffen van dranken bij een maaltijd;
    • het verschaffen van dranken buiten een maaltijd;
    • de leveringen van meeneemmaaltijden
    • de verkopen van voeding in het algemeen;
    • andere (horeca-)activiteiten.

     

    Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de belastingplichtige die zelf de restaurant- of cateringdiensten verstrekt en de belastingplichtige die hiervoor een beroep doet op een onderaannemer (commissionairsprincipe). Iedere belastingplichtige, hoofd- of onderaannemer, moet berekenen of hij de drempel overschrijdt of niet.

    De verhuur van tafels, stoelen, borden, glazen, personeel voor bediening en dergelijke meer waarvoor een afzonderlijke prijs wordt aangerekend (niet begrepen in de prijs van de maaltijd), wordt niet meegenomen in de berekening van de drempel. Indien de drempel van 25.000 euro wordt overschreden, moeten er voor dergelijke verhuur enkel kastickets van een geregistreerd kassasysteem worden uitgereikt indien de verhuur verband houdt met een evenement waar de betrokken belastingplichtige ook restaurant- of cateringdiensten verricht.

    Bijkomende activiteiten, zoals de verkoop van meubels, toegang tot wellness, casino, bowling, binnenspeeltuin, optredens of animatie, inkomgeld dancing,… zijn geen restaurant- of cateringdiensten en worden dus niet in de berekening van de drempel opgenomen. Indien de drempel van 25.000 euro wordt overschreden, hoeven er ook geen kastickets van een geregistreerd kassasysteem uitgereikt te worden voor deze activiteiten.

    De omzet uit restaurant- en cateringdiensten die in het buitenland worden verricht, moet niet opgenomen worden in de berekening van de drempel. Er moeten geen kastickets van een geregistreerd kassasysteem worden uitgereikt voor in het buitenland verrichte handelingen (gezien de Belgische wetgeving niet van toepassing is op dergelijke handelingen). De in het buitenland verrichte handelingen mogen wel, op vrijwillige basis, worden opgenomen in het geregistreerde kassasysteem (ermee rekening houdend dat deze duidelijk te onderscheiden moeten zijn van de handelingen die in de Belgische btw-aangifte opgenomen moeten worden).

    Voorbeeld bakker met verbruikssalon

    Een bakker verricht restaurantdiensten, doordat hij een verbruikssalon uitbaat.

    Hij berekent op de vermelde wijze de omzet uit de verrichte restaurant- en cateringdiensten, zoals bijvoorbeeld de koffiekoeken, gebakjes en broodjes verschaft in het verbruikssalon. Vervolgens bekijkt hij of deze omzet al dan niet meer bedraagt dan 25.000 euro. De verkopen van brood in de bakkerij zijn leveringen en tellen niet mee voor de berekening van de drempel.

    Voorbeeld feestzaal

    Bij de uitbating van een feestzaal wordt de drempel als volgt berekend.

    Wanneer de feestzaaluitbater maaltijden verschaft aan de huurder van de feestzaal (al dan niet via een cateraar), worden er restaurant- of cateringdiensten verricht die meetellen voor de berekening van de drempel. Wanneer in deze prijs het gebruik van de zaal is meegerekend, telt dit gedeelte mee voor de berekening van de drempel. Indien de feestzaaluitbater niet tussenkomt bij de maaltijden en de cateraar dus rechtstreeks afrekent met de klant, worden er geen restaurant- of cateringdiensten verricht door de feestzaaluitbater. Het bedrag van de huur waarvoor een aparte prijs wordt aangerekend,  telt niet mee voor de berekening van de drempel. 

    Voorbeeld meubelzaak

    Binnen een meubelzaak wordt een cafetaria uitgebaat. Voor de berekening van de drempel mag enkel de omzet uit de restaurant- en cateringdiensten, berekend op de vermelde wijze en gerealiseerd in de cafetaria, worden opgenomen. De verkoop van meubels wordt daarentegen niet meegeteld.

    Indien de belastingplichtige voor maximum 25.000 euro omzet, exclusief btw, restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, verricht, is hij er niet toe gehouden kastickets met behulp van een geregistreerd kassasysteem uit te reiken. Hij kan er echter steeds voor opteren vrijwillig een geregistreerd kassasysteem te gebruiken. Alle verplichtingen en gevolgen die gelden voor de belastingplichtige die de drempel overschrijdt, zijn ook van toepassing op diegene die vrijwillig een geregistreerd kassasysteem gebruikt.

    Lees meer
  • Belang van het onderscheid
    De spijzen worden aan de verbruikers verstrekt in een ruimte, binnen of buiten, van de belastingplichtige
    De spijzen worden aan de verbruikers verstrekt elders dan in de ruimten van de belastingplichtigen
    Mobiel voedselkraam - Foodtruck
    Spijzen en/of dranken verstrekt in een station
    Kookworkshops en kok aan huis
    Spijzen en/of dranken in automaten
    Spijzen en/of dranken tijdens een seminarie
    Borrelhapjes en versnaperingen​​

    Belang van het onderscheid

    Het onderscheid tussen een levering van spijzen en/of dranken en een dienst bestaande uit het verschaffen van spijzen en/of dranken in omstandigheden voor het verbruik ter plaatse is van belang voor de bepaling van het toe te passen btw-tarief op betreffende handeling. Restaurant- en cateringdiensten zijn, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, onderworpen aan het verlaagd btw-tarief van 12 %. Dranken die het voorwerp zijn van een restuarant- of cateringdienst zijn onderworpen aan het normale btw-tarief van 21 %. De spijzen en/of dranken die het voorwerp zijn van een levering in de zin van artikel 10 van het Btw-Wetboek moeten belast worden tegen het btw-tarief dat geldt voor de geleverde goederen (6 % of 21 %).

    Deze regels dienen ook te worden toegepast om de drempel te berekenen en aldus na te gaan of een belastingplichtige over een geregistreerd kassasysteem dient te beschikken.

    De spijzen worden aan de verbruikers verstrekt in een ruimte, binnen of buiten, van de belastingplichtige

    Deze belastingplichtigen verstrekken, al naargelang het geval, een levering van goederen of een restaurantdienst.

    Het betreft bijvoorbeeld volgende inrichtingen:

    • de traditionele restaurants, brasserieën, tavernes
    • de fastfood- en zelfbedieningsrestaurants
    • de restaurants in schouwburgen (theaters, clubs …), musea, handelscentra
    • de bedrijfskantine en –mess
    • de maaltijden verstrekt in volpension of in halfpension in een hotel of gastenkamer
    • de cafetaria’s, bars, cafés, tearooms
    • foodtrucks, snackbarwagen
    • verbruikssalon traiteurs, bakkers
    • tijdelijke verkoop- of eetstand op een festival, markt, beurs.

     

    De spijzen en/of dranken worden aan de verbruikers verstrekt in een ruimte van de belastingplichtige (permanente, tijdelijke of verplaatsbare inrichting). Het begrip 'ruimte' of 'inrichting' veronderstelt een oppervlakte of een gebouw. Het kan gaan om een ruimte binnen of buiten. Onder dit punt wordt enkel de situatie beoogd waarbij de belastingplichtige zijn handeling verstrekt in zijn ruimte (binnen of buiten). Wanneer een belastingplichtige op verzoek van een klant spijzen en/of dranken elders dan in zijn ruimte verstrekt maar op een door de klant bepaalde plaats, verstrekt hij geen restaurantdienst maar een cateringdienst.

    De aandacht wordt erop gevestigd dat wanneer een belastingplichtige wordt ingehuurd door een klant om op een door de klant gekozen locatie (elders dan de ruimte van de belastingplichtige) en tijdstip spijzen en/of dranken te gaan verstrekken aan de genodigden van die klant, er sprake is van een cateringdienst wanneer de belastingplichtige rechtstreeks factureert aan voornoemde klant (bijvoorbeeld een bedrijf vraagt aan een traiteur om in de lokalen van dat bedrijf een buffet met bediening te organiseren). In dat geval bestaat er trouwens geen contractuele band met de uiteindelijke consument van de verbruiksgoederen.

    Het kan ook gebeuren dat de ruimte van de belastingplichtige geheel of gedeeltelijk wordt afgehuurd door een welbepaalde klant waarbij de belastingplichtige spijzen en/of dranken zal verstrekken die ter plaatse worden verbruikt door de genodigden van die klant. In dat geval is er nog steeds sprake van een restaurantdienst aangezien de dienst wordt verstrekt in de ruimte van een belastingplichtige (bijvoorbeeld een bedrijf huurt een zaal van een restaurant af voor het organiseren van een bedrijfsdiner).

    Begrip 'ruimte' die wordt gebruikt voor het verstrekken van een levering van goederen of restaurantdienst

    Het begrip 'ruimte' of 'inrichting' veronderstelt een oppervlakte of een gebouw.

    De ruimte die wordt gebruikt voor het verstrekken van een levering van spijzen/dranken of een restaurantdienst moet geen eigendom van de belastingplichtige zijn. Het kan bijvoorbeeld ook om een gehuurd pand gaan. De belastingplichtige kan hierbij ook gebruik maken van een oppervlakte op een openbare of private plaats waarvoor hij het recht heeft om er zijn beroepswerkzaamheid uit te oefenen (bijvoorbeeld: een terras op straat, statafels in een station, strandbar, foodtruck op een festival, snackwagen op een markt, eetstand in een expohall, enzovoort). Het is evenwel niet noodzakelijk dat de belastingplichtige een vergoeding betaalt om zijn beroepswerkzaamheid op een bepaalde locatie te mogen uitoefenen.

    Bij het verstrekken van een restaurantdienst kan in bepaalde gevallen de infrastructuur voor het verbruik ter plaatse ter beschikking gesteld worden door een of meerdere belastingplichtigen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer verschillende belastingplichtigen een gemeenschappelijke infrastructuur voor het verbruik ter plaatse ter beschikking stellen van hun cliënteel. Worden hier evenwel niet bedoeld: multifunctionele voorzieningen. Een vaste infrastructuur die geen verband houdt met een bepaald tijdelijk evenement, die volledig los staat van de verkoop van spijzen en/of dranken en door iedereen mag worden gebruikt ongeacht of men spijzen en/of dranken verbruikt (bijvoorbeeld wachtzaal in een station of luchthaven, de wachtzaal van een bioscoop, de openbare zitbanken op de openbare weg, enzovoort) wordt aangemerkt als een multifunctionele voorziening.

    Wanneer de infrastructuur tijdelijk is en verband houdt met de uitbating van een of meerdere eetgelegenheden, is er in principe geen sprake van een multifunctionele voorziening zelfs indien deze infrastructuur gebruikt mag worden door personen die geen spijzen en/of dranken verbruiken.

    De klanten verbruiken de spijzen en/of dranken in een ruimte binnen

    Wanneer een belastingplichtige aan zijn klanten een ruimte binnen ter beschikking stelt die voorzien is van een infrastructuur die de klanten de mogelijkheid biedt om hun spijzen en/of dranken, zittend of staand (gewone tafels, statafels of eetbalie), ter plaatse te verbruiken is er steeds sprake van een restaurantdienst wanneer deze klanten van die infrastructuur gebruik maken.

    Hierbij is het onder andere van geen belang of:

    • de verstrekte spijzen standaardspijzen zijn (met andere woorden: de aard van de spijzen speelt geen rol bij de kwalificatie van de handeling)
    • het om een permanente, tijdelijke of verplaatsbare inrichting gaat
    • er sprake is van een zekere graad van comfort van de door de belastingplichtige ter beschikking gestelde ruimte
    • de ter beschikking gestelde infrastructuur exclusief ter beschikking wordt gesteld van de klanten van de belastingplichtige, dan wel gedeeld wordt met de klanten van andere belastingplichtigen die spijzen en/of dranken verstrekken
    • er naast de gebruikelijke verpakking van de spijzen/dranken bijkomende middelen voor het verbruik ter beschikking worden gesteld (bestek, dienblad, glazen, enzovoort)
    • de ter beschikking gestelde tafels of eetbalies zich op een vrij toegankelijke ruimte (bijvoorbeeld gang van een winkelcentrum) bevinden
    • de infrastructuur voor het verbruik ter plaatse ter beschikking wordt gesteld door de belastingplichtige die de spijzen en/of dranken verstrekt, dan wel door een derde.

     

    De klanten verbruiken de spijzen en/of dranken in open lucht

    De door de belastingplichtige verstrekte spijzen en/of dranken, maken het voorwerp uit van een restaurantdienst zodra, naast de terbeschikkingstelling van een of meerdere (sta)tafels of uitklapbare toog bestemd voor het verbruiken van spijzen/dranken, één van de volgende dienstenaspecten aanwezig is en de klanten van de aanwezige infrastructuur gebruik maken voor het verbruiken van de spijzen/dranken:

    • er is minstens één bijkomend infrastructuurelement voorzien die het verbruik ter plaatse aangenamer maakt: bijvoorbeeld grondbekleding (andere dan de vaste wegbekleding), (terras)verwarming, bescherming tegen de zon of regen (bijvoorbeeld parasol, stertent) die nuttig is voor de verbruiker, sfeermuziek verstrekt door de belastingplichtige, verlichting specifiek voorzien voor de verbruikers, tafellakens, afsluitingen (bijvoorbeeld met hekken of bloembakken), … Deze lijst is niet exhaustief
    • de belastingplichtige (of een derde) voorziet meubilair zodat de klanten hun spijzen en/of dranken al zittend kunnen nuttigen
    • er is serviesgoed of tafelgerei (duurzaam of wegwerp) voor een effectief verbruik ter plaatse voorhanden, bijvoorbeeld bestek, borden, glazen, kopjes, enzovoort, of de spijzen/dranken worden aan de klant op een dienblad geserveerd
    • er is bediening aan tafel en/of de klant staat zelf niet in voor het afruimen.

     

    Hierbij is het onder andere van geen belang of:

    • de verstrekte spijzen standaardspijzen zijn (met andere woorden: de aard van de spijzen speelt geen rol bij de kwalificatie van de handeling)
    • het om een permanente, tijdelijke of verplaatsbare inrichting gaat
    • er sprake is van een zekere graad van comfort van de door de belastingplichtige ter beschikking gestelde infrastructuur
    • de ter beschikking gestelde infrastructuur exclusief ter beschikking wordt gesteld van de klanten van de belastingplichtige, dan wel gedeeld wordt met de klanten van andere belastingplichtigen die spijzen en/of dranken verstrekken
    • de infrastructuur voor het verbruik ter plaatse zich op een openbare plaats (bijvoorbeeld park, strand, markt) bevindt
    • de infrastructuur voor het verbruik ter plaatse ter beschikking wordt gesteld door de belastingplichtige die de spijzen en/of dranken verstrekt, dan wel door een derde).

     

    Bij afwezigheid, naast de terbeschikkingstelling van een (sta)tafel of uitklapbare toog, van een bijkomend dienstenaspect als hiervoor opgesomd, maken de door de belastingplichtige verstrekte (en ter plaatse verbruikte) spijzen en/of dranken het voorwerp uit van een eenvoudige levering. De handeling die enkel bestaat in de verkoop van spijzen en/of dranken, met of zonder voorafgaande bereiding, 'om mee nemen' zonder dat de klant gebruik maakt van de ter beschikking gestelde verbruiksinfrastructuur, is ook een levering van goederen. Het feit dat de goederen effectief bestemd zijn 'om mee te nemen' zonder verbruik ter plaatse blijkt inzonderheid uit de wijze van verpakking.

    De inrichting beschikt zowel over een ruimte binnen als buiten

    Elke handeling afzonderlijk beschouwd moet aan de hand van bovengenoemde regels worden gekwalificeerd.

    De belastingplichtige heeft meerdere inrichtingen op verschillende locaties

    Wanneer de belastingplichtige meerdere inrichtingen uitbaat op onderscheiden locaties (bijvoorbeeld een snackbar met verbruikssalon en een ambulante snackbarwagen op weekmarkten), moet elke inrichting afzonderlijk worden beoordeeld.

    De spijzen worden aan de verbruikers verstrekt elders dan in de ruimten van de belastingplichtigen

    Er is sprake van een cateringdienst wanneer de diensten inzake het verschaffen van spijzen en/of dranken worden verstrekt elders dan in de ruimten van de belastingplichtige. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de verstrekte spijzen en dranken worden verbruikt bij de klant thuis of op een andere door de klant gekozen locatie en tijdstip (met andere woorden elders dan in de ruimten van de belastingplichtige).

    Het gaat hier bijvoorbeeld om volgende belastingplichtigen:

    • traiteurs
    • foodtrucks
    • kok aan huis.

     

    Spijzen verstrekt elders dan in de ruimten van de belastingplichtige en zonder menselijke tussenkomst bij de klant

    Wanneer een belastingplichtige op verzoek van een klant bij deze klant thuis of op een andere door de klant bepaalde plaats (maar elders dan in de ruimten van de belastingplichtige), zich beperkt tot het afzetten van de spijzen en/of dranken zonder menselijke tussenkomst bij die klant, is de handeling een eenvoudige levering van spijzen/dranken.

    Het vervoer van de spijzen, het gebruik van warmhoudbakken, schotels en dergelijke voorwerpen nodig voor het vervoer van de spijzen en, meer algemeen, de prestaties die voor de 'verhandeling' van de spijzen noodzakelijk zijn, worden niet aangemerkt als een menselijke tussenkomst die een cateringdienst genereren.

    Wanneer de belastingplichtige, naast het afzetten van de spijzen bij de klant zonder menselijke tussenkomst bij die klant, onder bezwarende titel roerende goederen ter beschikking stelt van de klant (bijvoorbeeld servies, bestek, glazen, meubilair, decoratie, tent, enzovoort), vinden in de regel twee aparte hoofdhandelingen plaats. Enerzijds de levering van spijzen en/of dranken (belast tegen het btw-tarief dat geldt voor de geleverde spijzen/dranken (6 % of 21 %)) en anderzijds de verhuur van roerende goederen die onderworpen is aan het normale btw-tarief van 21 %.

    Spijzen verstrekt elders dan in de ruimten van de belastingplichtige en met menselijke tussenkomst

    Wanneer een belastingplichtige op verzoek van een klant op een andere door deze klant gekozen locatie (maar elders dan in de ruimten van de belastingplichtige) en tijdstip, spijzen en/of dranken verstrekt samen met een menselijke tussenkomst bij die klant en eventueel de goederen die verband houden met de cateringdienst ter beschikking stelt van die klant, is er sprake van één dienst, zijnde een cateringdienst.

    Het gaat bijvoorbeeld om de volgende tussenkomsten:

    • de bereiding ter plaatse van de spijzen door de belastingplichtige en/of zijn personeel bij de klant aan huis (ook het louter verwarmen van de spijzen bij de klant)
    • de aanwezigheid (al dan niet in de verbruiksruimte) van de belastingplichtige en/of zijn personeel op het tijdstip waarop de spijzen door de klant worden genuttigd wanneer die aanwezigheid gepaard gaat met tussenkomsten van die personen (bereiden, serveren, dresseren, afruimen, afwassen)
    • het schikken en eventueel afruimen van buffetten, tafels
    • het instaan voor de afwas, reiniging (bij de klant).

     

    Er wordt opgemerkt dat er ook sprake kan zijn van een cateringdienst wanneer de belastingplichtige en/of zijn personeel niet aanwezig zijn tijdens het effectief verbruiken van de maaltijden door de klant of zijn genodigden. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de belastingplichtige zich beperkt tot het dresseren van het buffet vóór de aanvang van het evenement.

    Wanneer een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon dan degene die de spijzen en/of dranken verstrekt, tussenkomt, wordt het verstrekken van de spijzen en/of dranken in principe aangemerkt als een levering van goederen.

    Wanneer een belastingplichtige, andere dan diegene die de spijzen en/of dranken verstrekt, louter de bediening verzorgt, dan is dit een materieel werk dat onderworpen is aan het normale btw-tarief van 21%.

    Misbruik kan hier evenwel van toepassing zijn, inzonderheid wanneer de twee personen (enerzijds de persoon die de spijzen verstrekt en anderzijds de persoon die de menselijke tussenkomst verricht) verbonden zijn. In dat geval kan het verstrekken van maaltijden worden aangemerkt als een dienstverrichting. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de firma van een traiteur een dochterbedrijf opricht met als activiteit het opdienen van de door het moederbedrijf verstrekte maaltijden. Dit kan ook het geval zijn wanneer twee belastingplichtigen samenwerken en naar de klant toe, bijvoorbeeld onder de vorm van publiciteit, één globale cateringdienst aanbieden.

    Wanneer de belastingplichtige zich beperkt tot het bereiden van de maaltijden aan de hand van ingrediënten die door zijn klant worden ter beschikking gesteld, verstrekt de belastingplichtige in principe geen cateringdienst maar een materieel werk. Deze dienst is in zijn geheel onderworpen aan het normale btw-tarief van 21 %.

    Het spreekt voor zich dat indien de ingrediënten afkomstig zijn van de zaak van de belastingplichtige, er slechts sprake is van één handeling, namelijk een cateringdienst. De handeling mag in dat geval niet kunstmatig worden opgesplitst in enerzijds een levering van goederen en anderzijds een materieel werk.

    Mobiel voedselkraam - Foodtruck

    De uitbater van een mobiel voedselkraam of foodtruck wordt door een klant ingehuurd voor het verstrekken van spijzen/dranken tijdens een privé-evenement

    Dat doet zich voor wanneer een uitbater van een voedselkraam wordt ingehuurd door een klant om tijdens een event met zijn mobiel kraam ter plaatse maaltijden te voorzien voor de genodigden van de klant op een door de klant gekozen tijdstip en locatie maar elders dan in de ruimten van de uitbater (bijvoorbeeld thuis bij een particulier, op het terrein van een bedrijf).

    De uitbater factureert deze maaltijden aan de klant en heeft dus geen enkele contractuele band met de eigenlijke consument van de verbruiksgoederen.

    In dat geval verstrekt de uitbater van dat kraam aan deze klant een cateringdienst. Het is van geen belang of de uitbater infrastructuur voor het verbruik ter plaatse (bijvoorbeeld tafels, stoelen, enzovoort) voorziet en die maaltijden in open lucht worden verbruikt dan wel in een door de klant gehuurde feestzaal.

    Mobiel voedselkraam of foodtruck op een evenement met betrekking tot podiumkunsten

    Er is geen contractuele band met de eigenlijke consument van de verbruiksgoederen

    Wanneer de uitbater van het mobiel voedselkraam wordt ingehuurd door een bepaalde klant (bijvoorbeeld de organisator van een muziekfestival) en de maaltijden factureert aan deze klant, is er sprake van een cateringdienst. Er bestaat dan geen contractuele band met de eigenlijke consument van de verbruiksgoederen.

    Er is wel een contractuele band met de eigenlijke consument van de verbruiksgoederen

    Wanneer de uitbater van een mobiel voedselkraam met zijn kraam op of naast de plaats van het evenement met betrekking tot podiumkunsten staat (al dan niet tegen betaling van een vergoeding voor het recht om een beroepswerkzaamheid uit te oefenen), waarbij de consument van de verbruiksgoederen rechtstreeks betaalt aan de uitbater, zijn de bezoekers van het evenement de individuele klanten aan wie die uitbater, al naargelang de omstandigheden, een levering van spijzen/dranken verricht of een restaurantdienst verstrekt.

    In dat geval is er sprake van een restaurantdienst als door de uitbater of een derde (bijvoorbeeld de organisator van het festival of een andere belastingplichtige die een inrichting exploiteert) aan de klanten een ruimte binnen ter beschikking wordt gesteld die voorzien is van een infrastructuur die de klanten de mogelijkheid biedt om hun spijzen en/of dranken, zittend of staand (gewone tafels, statafels of eetbalie), ter plaatse te verbruiken wanneer deze klanten van die infrastructuur gebruik maken.

    Is er geen verbruiksruimte binnen voorzien, aanvaardt de administratie bij wijze van proef dat het verstrekken van spijzen en/of dranken door een mobiel voedselkraam of foodtruck op een evenement met betrekking tot podiumkunsten, wordt aangemerkt als een levering van goederen.

    Wanneer de klanten de spijzen en/of dranken verstrekt door een mobiel voedselkraam of foodtruck niet ter plaatse verbruiken, is er sprake van een levering van goederen.

    Het feit dat de goederen effectief bestemd zijn 'om mee te nemen', zonder verbruik ter plaatse, kan inzonderheid uit de wijze van verpakking blijken. Wanneer de spijzen op een dienblad worden meegegeven, is er een vermoeden dat deze spijzen het voorwerp uitmaken van een verbruik ter plaatse.

    Er wordt inzonderheid opgemerkt dat foodtruckfestivals hier niet worden beoogd.

    Foornijveraars

    Als foornijveraars worden aangemerkt, de fysieke personen waarvan de bedrijvigheid bestaat uit, door tijdelijke opstelling van beweegbare of uiteenneembare inrichtingen op de openbare pleinen, markten of straten, ter gelegenheid van kermissen, jaarmarkten of feesten, het bezorgen van vermaak of spektakel aan het publiek of het verkopen of serveren van koopwaren die bij deze gelegenheden gebruikelijk worden verkocht of geserveerd (bv. speelgoed, confiserie, wafels, frieten, ijsroom enz.).

    Spijzen en/of dranken verstrekt in een station

    Een inrichting is in een station gevestigd. De spijzen of dranken die worden genuttigd aan de door die inrichting ter beschikking gestelde tafels die zich in de stationshal bevinden maken het voorwerp uit van een restaurantdienst.

    Wanneer de klanten de spijzen/dranken al wandelend verbruiken of hiervoor gebruik maken van een multifunctionele voorziening (bijvoorbeeld de wachtbanken die voor iedereen toegankelijk zijn ter beschikking gesteld door de NMBS), is er sprake van een levering van goederen.

    Kookworkshops en kok aan huis

    Kookworkshops

    Het geven van kookworkshops is geen restaurant- of cateringdienst. Het normale btw-tarief van 21 % is van toepassing. Voor de berekening van de drempel, wordt de omzet uit kookworkshops niet meegerekend.

    Indien de kookworkshops georganiseerd worden door een belastingplichtige die eveneens restaurant- en cateringdiensten verstrekt en die de drempel van 25.000 euro overschrijdt, moeten er ook kastickets van een geregistreerd kassasysteem worden uitgereikt voor de kookworkshops. Indien de drempel van 25.000 euro niet wordt overschreden, moeten er voor de kookworkshops geen rekeningen of ontvangstbewijzen zoals bedoeld in artikel 22, van het koninklijk besluit nr. 1 worden uitgereikt.

    Kok aan huis

    Wanneer een belastingplichtige bij zijn klant thuis een maaltijd gaat bereiden met ingrediënten die hij zelf aanlevert, verricht die belastingplichtige een cateringdienst en dit ongeacht of de belastingplichtige aanwezig is tijdens het verbruiken van de maaltijden door de klant en eventuele genodigden. Deze cateringdienst is, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, onderworpen aan het verlaagd btw-tarief van 12 %.

    Wanneer een belastingplichtige bij een klant thuis een maaltijd gaat bereiden met ingrediënten die door de klant worden aangeleverd, verricht de belastingplichtige een materieel werk. Deze dienst is in zijn geheel onderworpen aan het normale btw-tarief van 21 %.

    Wanneer de klant evenwel de ingrediënten eerst heeft aangekocht bij de belastingplichtige die nadien deze ingrediënten zal gebruiken voor het bereiden van de spijzen bij de klant thuis, is er in principe voor het geheel sprake van een cateringdienst.

    Spijzen en/of dranken in automaten

    De administratie aanvaardt dat de door middel van automaten verstrekte spijzen en dranken voor de toepassing van de btw-tarieven zonder onderscheid geacht worden het voorwerp uit te maken van een eenvoudige levering, ongeacht dus de plaats waar de automaten staan.

    Deze verkopen gebeuren niet aan het btw-tarief van 12 % en worden dus niet meegenomen in de berekening van de drempel.

    Spijzen en/of dranken tijdens een seminarie

    Dit punt behandelt uitsluitend de kwalificatie van de handeling in de relatie tussen de organisator van het seminarie en de eindklant (zijnde de individuele deelnemers of ondernemingen die het seminarie komen volgen). Het gaat hier om de btw-behandeling van de spijzen en/of dranken die de deelnemers van een seminarie kunnen nuttigen tijdens bijvoorbeeld de middagpauze.

    De kwalificatie van de handeling(en) tussen de cateraar en de organisator van het seminarie, een eventplanner en de organisator van het seminarie, enzovoort worden hier niet behandeld.

    De kwalificatie van het btw-statuut van de spijzen en/of dranken die verstrekt worden in het kader van een seminarie is in principe een feitenkwestie die geval per geval dient te worden onderzocht. Niettemin kan op basis van rechtspraak reeds het volgend onderscheid worden gemaakt.

    De verstrekte spijzen en/of dranken zijn bijkomend bij de hoofdhandeling en volgen het btw-stelsel van die hoofdhandeling

    Wanneer uit de feiten blijkt dat de verstrekte spijzen en/of dranken in hoofde van de deelnemers geen doel op zich zijn maar louter een middel om de hoofdhandeling van de organisator aantrekkelijker te maken, worden de verstrekte spijzen en/of dranken slechts als bijkomend bij de hoofdhandeling beschouwd.

    Wanneer volgende voorwaarden samen vervuld zijn, gaat de administratie er in elk geval van uit dat de verstrekte spijzen en/of dranken worden beschouwd als bijkomend bij de hoofdhandeling van de organisator van het seminarie:

    • De prijs van de deelname aan het seminarie is een enige vaste prijs, ongeacht of de deelnemer de aangeboden spijzen en/of dranken al dan niet verbruikt. De deelnemer kan niet opteren om, tegen een vermindering van de prijs, van de spijzen en/of dranken af te zien. De deelnemer kan niet opteren om voor een meerprijs wel te kunnen genieten van de spijzen en/of dranken.
    • In hoofde van de organisator van het seminarie is de totale kostprijs van de catering beperkt in vergelijking met de kostprijs van de eigenlijke organisatie van het seminarie (dit zijn de kosten die rechtstreeks nodig zijn en onontbeerlijk zijn voor het geven van het seminarie, zoals bijvoorbeeld de kosten met betrekking tot de sprekers, de huur van de zaal, multimedia-apparatuur, drukkosten, enzovoort. De verblijfskosten (hotelovernachting) en vervoerskosten worden bijvoorbeeld niet bedoeld. De administratie neemt in elk geval aan dat aan deze voorwaarde is voldaan wanneer de kostprijs van de catering hoogstens 15 % van de eigenlijke kostprijs van het seminarie bedraagt.

     

    Onder die omstandigheden zijn de verstrekte spijzen en/of dranken in hoofde van de deelnemers geen doel op zich. Wanneer de hoofdhandeling bestaat uit de toekenning van het recht om deel te nemen aan een seminarie, volgt het verstrekken van spijzen en/of dranken in dat geval het btw-stelsel van die hoofdhandeling ongeacht of de factuur de enige prijs uitsplitst. De aard van de verstrekte spijzen doen er in die omstandigheden niet toe.

    Het verstrekken van spijzen en/of dranken is een aparte hoofdhandeling die zijn eigen btw-stelsel volgt

    Wanneer uit de feiten blijkt dat de verstrekte spijzen en/of dranken in hoofde van de deelnemers, naast de deelname aan het seminarie, niet louter bijkomstig zijn bij het evenement maar een belangrijk element vormen bij hun keuze om zich al dan niet in te schrijven voor het evenement, is er in principe sprake van (minstens) twee aparte hoofdhandelingen.

    De administratie gaat er overigens van uit dat wanneer niet voldaan is aan een van de voorwaarden opgesomd onder punt A., het verstrekken van spijzen en/of dranken in het kader van een seminarie in principe een aparte hoofdhandeling is. Desgevallend verstrekt de organisator aan de deelnemers, naast de dienst bestaande uit de toekenning van het recht om deel te nemen aan een seminarie (hoofdhandeling 1), een dienst beoogd door artikel 18, § 1, tweede lid, 11°, van het Btw-Wetboek (hoofdhandeling 2).

    Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het nuttigen van de spijzen/en of dranken optioneel zijn (dit is wanneer de deelnemers een meerprijs kunnen betalen voor die spijzen en/of dranken of wanneer ze een korting krijgen wanneer ze afzien van de mogelijkheid om de spijzen en/of dranken te nuttigen).

    Opmerking

    Wanneer een belastingplichtige een seminarie organiseert in andere omstandigheden, kan hij zich richten tot zijn bevoegde btw-dienst om uitsluitsel te krijgen inzake de btw-kwalificatie van het door hem georganiseerde seminarie. In bepaalde gevallen kan er bijvoorbeeld ook sprake zijn van een complexe handeling.

    De besproken btw-behandeling van de spijzen en/of dranken die worden verstrekt naar aanleiding van een seminarie geldt enkel indien er geen sprake is van simulatie en/of rechtsmisbruik.

    Onder bepaalde voorwaarden kunnen de organisatoren van seminaries die restaurant- of cateringdiensten verstrekken aan de deelnemers en hiervoor een beroep doen op een onderaannemer gebruik maken van een tolerantie.

    Borrelhapjes en versnaperingen

    Het eerste lid van randnummer 2.5.2.8. van de circulaire 2017/C/70 van 06.11.2017, werd definitief opgeheven naar aanleiding en met ingang van de inwerkingtreding van het eerdere artikel 1ter/1 ingevoegd bij het koninklijk besluit van 08.06.2020.

    Voor het verschaffen van voorverpakte producten, zoals een pakje chips, een reep chocolade, een worst, een ijsje, voorverpakte kaas- of salamiblokjes, in omstandigheden voor het verbruik ter plaatse, is tarief van 12 % van toepassing.

    Gelet op de kwalificatie als restaurant- of cateringdienst dient de omzet die het verschaffen van die voorverpakte producten in omstandigheden voor het verbruik genereert, te worden meegenomen in de berekening van de drempel van 25.000 euro die bepalend is op het vlak van de verplichtingen inzake het geregistreerde kassasysteem.

    Hieruit volgt dat de belastingplichtigen die gehouden zijn een geregistreerd kassasysteem te gebruiken, steeds een ticket van zo een systeem moeten uitreiken voor het verschaffen van die voorverpakte producten ongeacht of ze al dan niet ter plaatse verbruikt worden.

    De belastingplichtigen die niet gehouden zijn tot het gebruik van een geregistreerd kassasysteem moeten daarentegen, bij wijze van toegeving, geen rekening of ontvangstbewijs bedoeld in artikel 22, § 1, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29.12.1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde uitreiken voor het verschaffen van die voorverpakte producten (zoals bijvoorbeeld een pakje chips, een reep chocolade, een worst, een ijsje, voorverpakte kaas- of salamiblokjes), wanneer deze bestemd zijn voor verbruik ter plaatse, tenzij ze verstrekt worden samen met een maaltijd waarvoor een rekening of ontvangstbewijs moet worden uitgereikt.

    Lees meer
  • Kastickets van een geregistreerd kassasysteem

    Kasticket ongeacht de aard van de handelingen

    Kasticket ongeacht de hoedanigheid van de klant

    Tijdstip van uitreiking van het kasticket:

     

    Bijzondere regels opeisbaarheid:

     

    Facturatie

    Dagboek van ontvangsten

    Verschil met rekening of ontvangstbewijs

    Technische opstelling van een geregistreerd kassasysteem

    Kastickets van een geregistreerd kassasysteem

    Van zodra de drempel van 25.000 euro overschreden wordt, is de belastingplichtige verplicht kastickets uit te reiken met behulp van een geregistreerd kassasysteem, volgens onderstaande toelichtingen. Voor een uitgebreide technische toelichting van het geregistreerde kassasysteem en het koninklijk besluit van 30.12.2009 ter bepaling van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen, wordt verwezen naar de circulaire AAFisc nr. 33/2016 (nr. E.T. 124.747) dd. 08.11.2016.

    Het kasticket dient minimum de volgende vermeldingen te bevatten (z. artikel 2, 4° van het koninklijk besluit van 30.12.2009 en in functie van de berekening van de controlegegevens door de controlemodule, zoals bepaald in artikel 2, 7°,van dat koninklijk besluit van 30.12.2009):

    • de volledige benaming 'BTW-KASTICKET';
    • de identificatie van de belastingplichtige, door vermelding van zijn naam of maatschappelijke benaming, zijn adres en zijn in artikel 50 van het Btw-Wetboek bedoeld identificatienummer;
    • de datum en het uur van de uitreiking van het Btw-kasticket (door het kassasysteem gegenereerd; doorlopend ticketnummer uit een ononderbroken reeks (door het kassasysteem gegenereerd);
    • de identificatie van de gebruiker (op zodanige wijze dat deze binnen de onderneming identificeerbaar is);
    • geregistreerde handelingen (PLU-omschrijving, aantal, verschuldigde prijs en verwijzing naar erop toepasselijk btw-tarief), waarbij eveneens de corrigerende handelingen (annulaties, correcties, …) worden bedoeld, die niet in een afzonderlijk ticket zijn opgenomen;
    • het totaal verschuldigde ticketbedrag, inclusief btw
    • maatstaf van heffing per toepasselijk btw-tarief;
    • het bedrag van de verschuldigde btw;
    • de korting en teruggegeven bedragen;
    • identificatie van de kassa, indien de belastingplichtige gebruik maakt van meerdere kassa’s;
    • de laatste acht (8) karakters van het algoritme dat door het kassasysteem wordt aangemaakt op basis van alle PLU-gegevens op het ticket (PLU-omschrijving, aantal, verschuldigde prijs en verwijzing naar erop toepasselijk btw-tarief);
    • de controlegegevens aangemaakt en doorgestuurd door de controlemodule;
    • de identificatie van het kassasysteem met het productienummer, samen met de vermelding van het versienummer van de erop geïnstalleerde kassasoftware.

     

    Wat betreft de identificatie van de belastingplichtige leverancier of dienstverrichter, wordt toegestaan dat het adres van de inrichting wordt vermeld op het kasticket, in plaats van het domicilie of de maatschappelijke zetel van de belastingplichtige, op voorwaarde dat zowel de benaming, als het btw-nummer correct vermeld worden op het kasticket.

    Het kasticket vermeldt eveneens de gebruikelijke benaming en de prijs van de geleverde goederen en van de verstrekte diensten. Deze gegevens zijn nodig om de handeling te determineren en om het tarief van de belasting vast te stellen. Zonder voldoende gedetailleerde vermelding van de verkochte artikelen kan ook de toepassing van een verlaagd btw-tarief niet verantwoord worden. Enkel in uitzonderlijke gevallen, bv. 100 verschillende flessen wijn, kan worden toegestaan dat de omschrijving van het artikel wordt veralgemeend, bv. naar 10 verschillende prijscategorieën voor de wijn.

    Sommige geregistreerde kassasystemen zijn in de mogelijkheid een vereenvoudigd kasticket af te drukken. Het gaat met name om een kopie van het normale kasticket die echter geen gedetail­leerde informatie weergeeft over de verstrekte dienst. Het vereenvoudigd kasticket wordt niet automatisch, maar op vraag van de klant afgedrukt en bevat een verwijzing naar het gedetail­leerde kasticket. Er gaat altijd een gedetailleerd kasticket aan vooraf. De afdruk van een vereenvoudigd kasticket wordt ook onveranderlijk bewaard in de fiscale data module.

    In tegenstelling tot de bepalingen voorzien in artikel 22, van het koninklijk besluit nr. 1, voorzien de bepalingen van artikel 21bis, van het koninklijk besluit nr. 1, niet dat het kasticket van een geregistreerd kassasysteem vervangen kan worden door een factuur, zelfs niet indien deze uitgereikt wordt op het tijdstip van de levering of op het tijdstip waarop de dienst wordt verricht. Onder bepaalde voorwaarden (zie punt 3.6.) kan een factuur worden aangemaakt met behulp van een geregistreerd kassasysteem, onder de vorm van een kasticket. Ook een dergelijke factuur kan nooit het 'btw-kasticket' van een geregistreerd kassasysteem vervangen.

    Omgekeerd, kan de uitreiking van een kasticket van een geregistreerd kassasysteem, de belastingplichtige niet ontheffen van de verplichting tot het uitreiken van een factuur indien de dienst is verricht voor een belastingplichtige of een niet belastingplichtige rechtspersoon (artikel 53, § 2, van het Btw-Wetboek).

    Kasticket ongeacht de aard van de handelingen

    Er moet een kasticket van een geregistreerd kassasysteem uitgereikt worden voor alle handelingen die in de uitoefening van de economische activiteit worden verricht en die verband houden met het verstrekken van maaltijden en dranken, al dan niet verschaft bij de maaltijd, met inbegrip van alle verkopen van spijzen en dranken in de betrokken inrichting (art. 21bis, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 1).

    Tevens wordt benadrukt dat het uitreiken aan de klant van het pro forma ticket dat kan aangemaakt worden door het geregistreerde kassasysteem niet voldoende is. De klant dient het btw-kasticket gegenereerd door het geregistreerde kassasysteem te ontvangen.

    De aandacht wordt gevestigd op het feit dat het kasticket van een geregistreerd kassasysteem moet worden uitgereikt ongeacht de aard van de handeling (bijvoorbeeld: ook voor de levering van meeneemmaaltijden en voor het leveren of verschaffen van dranken buiten het kader van een maaltijd). Ook alle andere verkopen van spijzen en dranken in de betrokken inrichting worden beoogd (bijvoorbeeld: leveringen van brood in een bakkerij met verbruikszaal).

    Bij overschrijding van de drempel van 25.000 euro aan restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, moet er voor de verhuur van tafels, stoelen, borden, glazen, personeel voor bediening en dergelijke meer waarvoor er een afzonderlijke prijs wordt aangerekend, enkel kastickets van een geregistreerd kassasysteem worden uitgereikt indien de verhuur verband houdt met een evenement waar de betrokken belastingplichtige ook restaurant- of cateringdiensten verricht.

    Handelingen buiten de voedingssfeer worden niet beoogd door het geregistreerde kassasysteem. Het gaat hier onder meer om de verkoop van meubels, toegang tot wellness, casino, bowling, binnenspeeltuin, optredens of animatie, inkomgeld dancing,… Het is steeds toegestaan deze handelingen op vrijwillige basis op te nemen in het geregistreerde kassasysteem.

    Hetzelfde geldt voor restaurant- en cateringdiensten die in het buitenland worden verricht, gezien de Belgische wetgeving niet van toepassing is op dergelijke handelingen. De buitenlandse handelingen mogen wel, op vrijwillige basis, worden opgenomen in het geregistreerde kassasysteem (ermee rekening houdend dat in de Belgische btw-aangifte, deze handelingen verricht in het buitenland duidelijk te onderscheiden moeten zijn van de handelingen verricht in België).

    Er dient evenmin een ticket van het geregistreerde kassasysteem uitgereikt te worden voor de uitzonderlijk uitgaande handelingen zoals de verkoop van een bedrijfsmiddel.

    Voorbeeld handelingen buiten de voedingssfeer

    In één zelfde inrichting worden zowel wellness- als restaurantactiviteiten verricht. Indien er een geregistreerd kassasysteem in gebruik wordt genomen, moeten er geen kastickets worden uitgereikt voor de wellnessactiviteit, aangezien dit niet wordt beschouwd als verband houdend met het verstrekken van maaltijden en dranken.

    Voorbeeld handelingen binnen de voedingssfeer

    Een bakker verricht restaurantdiensten, doordat hij een verbruikssalon uitbaat en hij overschrijdt de drempel van 25.000 euro.

    Er moeten kastickets met behulp van een geregistreerd kassasysteem worden uitgereikt zowel voor de verkopen in het verbruikssalon (restaurantdiensten), als voor de verkopen in de bakkerij (leveringen van voeding of dranken).

    Voorbeeld feestzaal

    Bij de uitbating van een feestzaal wordt de drempel van 25.000 euro aan restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, overschreden.

    Het bedrag van de verhuur van de zaal moet enkel opgenomen worden op het kasticket van het geregistreerde kassasysteem, wanneer het gaat om een evenement waar de feestzaaluitbater restaurant- of cateringdiensten verschaft.

    Voorbeeld meubelzaak

    Binnen een meubelzaak wordt een cafetaria uitgebaat die de drempel van 25.000 euro aan verrichte restaurantdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, overschrijdt.

    Er moeten kastickets met behulp van een geregistreerd kassasysteem worden uitgereikt voor alle vanuit de cafetaria verrichtte handelingen die een verband houden met het verschaffen van maaltijden en dranken. Daarentegen moet geen enkel kasticket van een geregistreerd kassasysteem worden uitgereikt voor de verkoop van meubels.

    Voorbeeld verkoop bedrijfsmiddel

    Een horecaonderneming, die een geregistreerd kassasysteem gebruikt, heeft een bedrijfswagen in bezit. Wanneer beslist wordt de bedrijfswagen te verkopen, moet er voor deze uitgaande handeling geen kasticket van een geregistreerd kassasysteem worden uitgereikt.

    Opgemerkt wordt dat de omzet uit deze verkoop niet wordt meegenomen in de berekening van de drempel.

    Uitzondering niet-voedingswinkel

    Indien in een niet-voedingswinkel (bijvoorbeeld een kledingzaak) een beperkt voedingsassortiment wordt aangeboden, dat door de aard van de producten en hun conditionering niet bedoeld zijn voor onmiddellijke consumptie, hoeft hiervoor geen ticket van een geregistreerd kassasysteem te worden uitgereikt, voor zover de verkoop van deze goederen niet wordt geregistreerd samen met handelingen waarvoor wel de verplichting bestaat een ticket van een geregistreerd kassasysteem uit te reiken.

    Uitzondering supermarkt

    In de praktijk komt het voor dat een supermarkt een ruimte voorziet voor verbruik ter plaatse van spijzen en dranken. De administratie aanvaardt dat het kasticket van het geregistreerd kassasysteem enkel voor de restaurant- en cateringdiensten moet uitgereikt worden. De verkopen, ook van spijzen en dranken, in het winkelgedeelte zelf hoeven niet opgenomen te worden in het geregistreerd kassasysteem, tenzij de restaurant- en cateringdiensten samen met de verkopen in de winkel worden afgerekend of het niet ongebruikelijk is dat de in de winkel aangekochte spijzen en dranken verbruikt worden in de verbruiksruimte.

    Uitzondering automaten

    De administratie aanvaardt dat de door middel van automaten verstrekte spijzen en dranken voor de toepassing van de btw-tarieven zonder onderscheid geacht worden het voorwerp uit te maken van een eenvoudige levering, ongeacht dus de plaats waar de automaten staan.

    Deze leveringen tellen niet mee in de berekening van de drempel.

    Indien de 25.000 euro wordt overschreden, moeten er in principe kastickets van een geregistreerd kassasysteem worden uitgereikt voor alle verkopen van spijzen en dranken in de betrokken inrichting. Om praktische redenen geldt deze verplichting echter niet voor de verkopen via de automaten.

    Uitzondering internationaal passagiersvervoer

    Omwille van de praktische redenen, moeten er geen kastickets van een geregistreerd kassasysteem worden uitgereikt aan boord van een vliegtuig. Ook aan boord van een schip of trein ingezet voor internationaal passagiersvervoer moeten er geen kastickets van een geregistreerd kassasysteem worden uitgereikt.

    Kasticket ongeacht de hoedanigheid van de klant

    Er dient te worden opgemerkt dat, in tegenstelling tot artikel 22, van het koninklijk besluit nr. 1, dat voorziet dat de rekening of het ontvangstbewijs, onder bepaalde voorwaarden, kan vervangen worden door een volledige factuur, artikel 21bis, van het koninklijk besluit nr. 1, deze mogelijkheid niet voorziet voor de kastickets van een geregistreerd kassasysteem. Dit betekent dat het kasticket van een geregistreerd kassasysteem altijd moet uitgereikt worden en nooit vervangen kan worden door een factuur.

    Het kasticket moet uitgereikt worden ongeacht de hoedanigheid van de klant. Het uitreiken van een factuur kan het uitreiken van een kasticket van het geregistreerde kassasysteem nooit vervangen, zelfs niet wanneer de factuur wordt uitgereikt op het tijdstip waarop de dienst is verricht of op het tijdstip van de levering.

    Ter volledigheid wordt ook opgemerkt dat het uitreiken van een kasticket van een geregistreerd kassasysteem nooit het uitreiken van een factuur kan vervangen.

    Tijdstip van uitreiking van het kasticket

    Overeenkomstig artikel 21bis, § 1, 2de lid van het koninklijk besluit nr. 1 moet het kasticket van het geregistreerde kassasysteem worden uitgereikt op het tijdstip van de voltooiing van de dienst of van de levering van de goederen.

    Opmerking: vouchers voor meervoudig gebruik

    Voor de verkoop van een voucher voor meervoudig gebruik (MPV), zoals een bon of cadeaucheque die kan ingeruild worden voor goederen en diensten onderworpen aan een verschillend btw-tarief, moet geen kasticket van een geregistreerd kassasysteem worden uitgereikt op het tijdstip van de verkoop van de MPV, bon of cheque. De verkoop kan ook nog niet worden opgenomen in de btw-aangifte, aangezien men niet weet waarvoor deze cheque zal worden gebruikt in het geval de MPV kan worden ingeruild voor maaltijden en dranken (levering of dienst) onderworpen aan een verschillend btw-tarief.

    Pas wanneer de bon of cheque wordt ingeruild bij de exploitant van een inrichting waar regelmatig maaltijden worden verbruikt of bij de traiteur die cateringdiensten verricht, is de verdeling van het bedrag per btw-tarief gekend. Op dit ogenblik moet er een kasticket van een geregistreerd kassasysteem worden uitgereikt en moet de handeling worden opgenomen in de btw-aangifte. Het kasticket bevat gedetailleerde informatie over de verstrekte handeling. De bon wordt in het geregistreerde kassasysteem aangeduid als betaalmiddel.

    Ook wanneer de bon wordt uitgegeven via een tussenpersoon, zal de restauranthouder of cateraar een kasticket uitreiken aan de klant met gedetailleerde informatie over de verstrekte handeling en wordt de bon in het geregistreerde kassasysteem aangeduid als een betaalmiddel. De restauranthouder of cateraar biedt de bon ter betaling aan bij de tussenpersoon. Het is echter de tussenpersoon (dienstverrichter) die een factuur moet uitreiken aan de restauranthouder of cateraar (medecontractant) ten bedrage van zijn commissie.

    Eerste optionele afwijkende regeling voor tijdstip van uitreiking

    In principe moet het kasticket uitgereikt worden bij de voltooiing van de dienst, evt. op het einde van het evenement. Praktisch gezien is dit niet altijd mogelijk, bijvoorbeeld bij cateringdiensten op locatie of restaurantdiensten door feestzaaluitbaters. Daarom aanvaardt de administratie de volgende afwijkende regeling (zie voorbeelden).

    Er hoeft geen kasticket van een geregistreerd kassasysteem uitgereikt te worden bij de voltooiing van de dienst wanneer dit praktisch niet mogelijk is, op voorwaarde dat de handeling op voorhand werd geregistreerd op het kassasysteem ter waarde van de offerte, bestelbon of geschatte waarde en dat eventuele correcties binnen de 7 kalenderdagen na het evenement worden geregistreerd op het kassasysteem. Beide kastickets moeten worden uitgereikt aan de klant, eventueel samen met de factuur en uiterlijk op de 15de dag van de maand volgend op die waarin de dienst plaatsvond .

    Voorbeeld communie- of lentefeest

    De cateraar ontvangt een voorschot van 300 euro voor een communiefeest. De cateraar tikt het voorschot in op het geregistreerde kassasysteem, aangezien de btw opeisbaar wordt en het voorschot moet opgenomen worden in de btw-aangifte.

    De cateraar registreert de handeling op het geregistreerde kassasysteem, vóór vertrek naar het feest, ter waarde van de offerte. Voor een offerte van 1000 euro, moet nog 700 euro ingetikt worden, rekening houdend met het reeds geregistreerde voorschot. Hierdoor wordt het communiefeest  onherroepelijk vastgelegd in het geregistreerde kassasysteem.

    Scenario 1

    Na afloop van het communiefeest, stelt de cateraar vast dat de offerte van 1000 euro correct is. Er hoeven dus geen correcties meer opgenomen te worden in het geregistreerde kassasysteem. De twee kastickets (van 300 en 700 euro) moeten uitgereikt worden aan de klant, bijvoorbeeld op het einde van het feest en uiterlijk de 15de dag van de maand volgend op die waarin de cateringdienst plaatsvond. Aangezien de klant een particulier is, mag er een factuur worden uitgereikt, maar is dit niet verplicht.

    Scenario 2

    De cateraar stelt vast dat er meer personen aanwezig zijn op het communiefeest dan oorspronkelijk voorzien, waardoor er 200 euro extra betaald moet worden. Na afloop van het communiefeest, en binnen de 7 kalenderdagen na het feest, registreert de cateraar deze bijkomende 200 euro in het geregistreerde kassasysteem.

    De drie kastickets (van 300, 700 en 200 euro) moeten uitgereikt worden aan de klant, uiterlijk de 15de dag van de maand volgend op die waarin de cateringdienst plaatsvond. Aangezien de klant een particulier is, mag er een factuur worden uitgereikt, maar is dit niet verplicht.

    Voorbeeld receptie

    Een cateraar verzorgt een receptie voor een belastingplichtige met hapjes en dranken, inclusief bediening. Er wordt een forfaitair bedrag afgesproken voor de receptie die een aantal op voorhand overeengekomen uren duurt. Bovenop dit bedrag zullen eventuele supplementaire uren receptie, evenals de gepresteerde uren voor lossen, laden en transport worden aangerekend. Er moet een factuur worden opgemaakt voor het geheel die eveneens  ter betaling zal aangeboden worden aan de belastingplichtige klant.

    Op voorhand wordt het evenement op basis van de offerte ingetikt op het geregistreerde kassasysteem. Achteraf (binnen de 7 kalenderdagen na de receptie) worden de supplementen ingetikt (supplementaire uren receptie, evenals de gepresteerde uren voor lossen, laden en transport).

    Er moet een factuur worden uitgereikt, aangezien de klant een belastingplichtige is. De uitreiking moet echter pas uiterlijk de 15de dag van de maand volgend op de handeling plaatsvinden. De twee kastickets (de offerte en de correcties) moeten ook binnen deze termijn worden uitgereikt en kunnen dus eventueel aan de factuur worden gehecht.

    Voorbeeld feestzaal

    Een feestzaaluitbater overschrijdt de 25.000 euro bij de berekening van de drempel en is dus verplicht een geregistreerd kassasysteem te gebruiken. In zijn zaal gaat een evenement door waarop dranken enkel te verkrijgen zijn via drankbonnetjes. De organisator van het evenement verkoopt de bonnetjes aan de aanwezigen. De feestzaaluitbater globaliseert na afloop van het evenement alle ingeruilde drankbonnetjes en rekent deze aan, aan de organisator. De organisator, alhoewel particulier, wenst een factuur te ontvangen waarin deze drankbonnetjes worden aangerekend.

    Op voorhand wordt een kasticket aangemaakt voor het bedrag van de offerte met behulp van een geregistreerd kassasysteem (er werd bijvoorbeeld geschat dat er 500 bonnetjes zouden verkocht worden). Na het tellen van de bonnetjes en binnen de 7 kalenderdagen na het evenement, worden de nodige correcties ingetikt in het geregistreerde kassasysteem (er werden bijvoorbeeld maar 450 bonnetjes verkocht). Beide kastickets moeten aan de klant worden uitgereikt, en kunnen eventueel aan de factuur worden gehecht.

    Aangezien de klant een particulier is, mag er een factuur worden uitgereikt, maar dit is niet verplicht.

    Voorbeeld vip-diner in een voetbalstadion

    Er wordt een diner georganiseerd vóór een voetbalmatch in de vip-ruimte van een voetbalstadion. Er werd voor 480 personen besteld. Er wordt een forfaitaire prijs gehanteerd. Een uur voor aanvang komt er een bijkomende reservatie binnen voor 5 personen.

    Op voorhand wordt de offerte voor 480 personen ingetikt op het geregistreerde kassasysteem. Achteraf (binnen de 7 kalenderdagen na het diner) worden de supplementen voor 5 personen ingetikt.

    Indien de klant een belastingplichtige of een niet-belastingplichtige rechtspersoon is, moet er een factuur worden uitgereikt. De uitreiking moet echter pas uiterlijk de 15de dag van de maand na die waarin de handeling werd verricht, plaatsvinden. De twee kastickets moeten ook worden uitgereikt en kunnen eventueel aan de factuur worden gehecht.

    Tweede optionele afwijkende regeling voor het tijdstip van uitreiking voor de cateringhandelingen en traiteurdiensten B2B-en B2G

    Om tegemoet te komen aan de praktische problemen die specifiek zijn voor B2B-en B2G cateringhandelingen en traiteurdiensten (diensten bestemd voor belastingplichtigen of niet belastingplichtige rechtspersonen), wordt bijkomend voorzien in een algemene tolerantie voor die cateringhandelingen en traiteurdiensten waarvoor de verplichting bestaat een factuur uit te reiken aan de medecontractant. (zie voorbeelden).

    Voor de cateringhandelingen en traiteurdiensten waarvoor de verplichting bestaat een factuur uit te reiken aan de medecontractant, hoeft er geen kasticket van een geregistreerd kassasysteem uitgereikt te worden bij de voltooiing van de dienst wanneer dit praktisch niet mogelijk is, op voorwaarde dat er minstens maandelijks een kasticket van een geregistreerd kassasysteem wordt aangemaakt dat alle, in de voorbije kalendermaand, voor een bepaalde klant, verrichte handelingen die in het geregistreerde kassasysteem moeten opgenomen worden, opneemt. De administratie aanvaardt dat de inhoud van dit maandelijks kasticket bovendien beperkt is tot het totaal bedrag per btw-tarief op voorwaarde dat de factuur (of de bijlage die een onderdeel is van de factuur) een volledige detaillering bevat.

    Dit kasticket, alsook de verplichte factuur, moeten worden uitgereikt aan de klant, en dit uiterlijk op de 15de dag van de maand volgend op die waarin de dienst plaatsvond. In het geval de factuur op elektronische wijze wordt uitgereikt, is het bovendien toegestaan dat het kasticket onder de vorm van een pdf-bestand, samen met de elektronische factuur, wordt uitgereikt aan de klant.

    Voorbeeld bedrijfsrestaurant

    Een cateraar verschaft dagelijks de maaltijden binnen een bedrijfsrestaurant. De prijs die de cateraar aanrekent aan het bedrijf hangt af van het aantal verkochte maaltijden gedurende de lopende maand. Naast de cateringdiensten, worden ook bijkomende diensten gefactureerd bv. personeels- en onderhoudskosten.

    Gezien de facturatieplicht kan de afwijkende regeling voor B2B-cateringdiensten worden toegepast. Op het einde van de maand, wanneer de prijs dus gekend is, wordt een kasticket van een geregistreerd kassasysteem aangemaakt. Het kasticket omvat ook de bijkomende personeels- en onderhoudskosten aangezien deze verband houden met het verstrekken van maaltijden  en dranken.

    Het kasticket, alsook de verplichte factuur, moeten uiterlijk de 15de dag van de maand na die waarin de handelingen werden verricht, uitgereikt worden. In het geval de factuur op elektronische wijze wordt uitgereikt, is het bovendien toegestaan dat het kasticket onder de vorm van een pdf-bestand, samen met de elektronische factuur, wordt uitgereikt aan de klant.

    Voorbeeld B2B catering

    Een cateraar verschaft een groot aantal cateringdiensten op locatie. Zijn klanten zijn voornamelijk belastingplichtigen, die vaak ook meerdere handelingen per maand afnemen.

    Gezien de facturatieplicht kan de afwijkende regeling voor B2B-cateringdiensten worden toegepast. Per belastingplichtige klant, wordt maandelijks een kasticket van een geregistreerd kassasysteem aangemaakt dat alle handelingen van de voorbije kalendermaand bevat.

    Het kasticket, alsook de verplichte factuur, moeten uiterlijk de 15de dag van de maand na die waarin de handelingen werden verricht, uitgereikt worden. In het geval de factuur op elektronische wijze wordt uitgereikt, is het bovendien toegestaan dat het kasticket onder de vorm van een pdf-bestand, samen met de elektronische factuur, wordt uitgereikt aan de klant.

    Bijzondere regels opeisbaarheid

    Particuliere klanten: incasseringsprincipe

    Wanneer (catering)diensten worden verricht voor een particulier, wordt de btw pas opeisbaar bij de incassering van de prijs, zelfs indien er vrijwillig gefactureerd wordt (z. artikel 22bis, § 3).

    Indien de klant nog niet betaald heeft op het einde van de aangifteperiode waarin het evenement plaatsvond, mag, bij het invullen van de btw-aangifte, de handeling in mindering worden gebracht van de omzet die resulteert uit de dagrapporten van het geregistreerde kassasysteem en het is dit resultaat dat opgenomen wordt in de btw-aangifte. In de aangifteperiode waarin de betaling wordt ontvangen, moet de handeling opnieuw bij de omzet resulterend uit de dagrapporten van het geregistreerd kassasysteem geteld worden om de btw-aangifte in te vullen. Dit kan trouwens steeds worden toegepast wanneer bij het invullen van de btw-aangifte blijkt dat de btw over de handelingen die in het geregistreerd kassasysteem dienden opgenomen te worden nog niet opeisbaar is.

    De dienstverrichter mag er evenwel voor opteren de btw te vroeg te voldoen aan de Schatkist, zodat bovenstaande correcties niet hoeven te gebeuren.

    Ontvangst van een voorschot

    Strikt genomen hoeft er geen kasticket van een geregistreerd kassasysteem te worden uitgereikt bij de ontvangst van een voorschot, omdat de levering van goederen nog niet heeft plaatsgevonden of de dienst nog niet voltooid is. De betaling van een voorschot maakt de btw echter opeisbaar en moet dus opgenomen worden in de btw-aangifte. Gezien de dagrapporten van het geregistreerde kassasysteem, het dagboek van ontvangsten vervangen, moet elk voorschot in het geregistreerde kassasysteem worden ingetikt. Op deze manier kan de omzet uit de dagrapporten van het geregistreerde kassasysteem, zonder correcties te moeten verrichten, opgenomen worden in de periodieke btw-aangifte.

    Het vormt op zich geen probleem dat voorschotten die werden betaald via overschrijving met enige vertraging worden geregistreerd in het geregistreerde kassasysteem, bv bij nazicht van de rekeninguittreksels, zolang de handeling wordt opgenomen in de btw-aangifte met betrekking tot de periode waarin het voorschot betaald werd.

    Het kasticket van het geregistreerde kassasysteem, dat wordt aangemaakt bij het intikken van het voorschot, moet worden uitgereikt aan de klant. Het is echter voldoende dat dit kasticket wordt uitgereikt samen met het kasticket van het geregistreerde kassasysteem dat de levering van de goederen of de voltooiing van de dienst vaststelt.

    Opmerking btw-tarief op voorschot

    Het btw-tarief van toepassing op een voorschot is, in principe, het normale tarief van 21 %. Hier mag enkel van worden afgeweken indien de belastingplichtige op het tijdstip van betaling van het voorschot de toepassing van een verlaagd tarief kan verantwoorden. Het bewijs van de toepassing van een verlaagd tarief op een deel van de maatstaf van heffing zou kunnen zijn dat het een all-in prijs betreft waarbij een verdeelsleutel toegepast wordt of nog wanneer het betaalde voorschot duidelijk verband houdt met de maaltijd, enz.

    Het inhouden van het voorschot wanneer de reservatie geannuleerd wordt, is een schadevergoeding en moet niet belast worden. Wanneer het voorschot reeds werd ingegeven in de kassa (met toepassing van btw), mag er dus een correctie gebeuren.

    Het aanrekenen van een 'no show-vergoeding' omdat de klant niet is komen opdagen wordt eveneens als een schadevergoeding beschouwd en moet overigens niet opgenomen worden in het geregistreerd kassasysteem. Deze vergoedingen mogen wel opgenomen worden, bijvoorbeeld wanneer dit organisatorisch eenvoudiger is.

    Facturatie

    Indien de klant een belastingplichtige of niet-belastingplichtige rechtspersoon is, dient naast het kasticket van het geregistreerde kassasysteem, steeds een factuur te worden uitgereikt, overeenkomstig artikel 53, § 2, eerste lid, van het Btw-Wetboek. Het uitreiken van een kasticket van een geregistreerd kassasysteem kan echter nooit het uitreiken van een factuur vervangen.

    Krachtens artikel 4, van het koninklijk besluit nr. 1, moet de factuur worden uitgereikt uiterlijk de 15de dag van de maand na het tijdstip van de levering, het verrichten van de dienst of de betaling van het voorschot.

    Deze factuur moet worden opgenomen in het uitgaande facturenboek, onder een opeenvolgende nummering. Bij het invullen van de btw-aangifte moet het bedrag van deze handeling in mindering worden gebracht van de totale omzet opgenomen in het geregistreerde kassasysteem zodat de handeling geen twee maal wordt opgenomen in de btw-aangifte.

    Het uitreiken van een kasticket van een geregistreerd kassasysteem kan dus nooit het uitreiken van een factuur vervangen. De factuur is een boekingsstuk dat in principe een belastbare handeling vaststelt. Het kasticket van een geregistreerd kassasysteem is net zoals de rekening of het ontvangstbewijs een controledocument, dat de uitvoering van een dienst vaststelt op het tijdstip waarop die dienst wordt verricht.

    Indien er een creditnota wordt uitgereikt voor een handeling die werd opgenomen in het geregistreerde kassasysteem, moet deze eveneens worden ingetikt in dit systeem. Het totaal van de ingetikte gegevens moet namelijk de horecaomzet correct weergeven. Bij het invullen van de btw-aangifte moet het bedrag van de creditnota opgeteld worden bij de totale omzet opgenomen in het geregistreerde kassasysteem zodat de creditnota geen twee maal wordt opgenomen in de btw-aangifte.

    Er kan worden toegestaan dat de factuur wordt uitgereikt onder de vorm van een kasticket, aangemaakt met het geregistreerde kassasysteem, nadat er een 'btw-kasticket' met behulp van het geregistreerde kassasysteem werd uitgereikt om te voldoen aan de verplichting van artikel 21bis, van het koninklijk besluit nr. 1. Ook hier kan de factuur nooit het kasticket van een geregistreerd kassasysteem vervangen en moet bovendien aan de volgende voorwaarden voldaan zijn:

    • het geregistreerde kassasysteem maakt eerst een kasticket aan, en kan pas daarna, op vraag van de gebruiker, ook een factuur aanmaken voor dezelfde handeling;
    • de factuur dient alle verplichte vermeldingen van artikel 5, van het koninklijk besluit nr. 1, te bevatten (waaronder de naam, het adres en het btw-identificatienummer van de klant);
    • de factuur bevat de vermelding 'Factuur', in plaats van 'Btw-kasticket';
    • de factuurtickets bevatten een aparte opeenvolgende nummering van het uitgaande facturenboek voor alle facturen uitgereikt met een geregistreerd kassasysteem, in combinatie met een verwijzing naar het nummer van het oorspronkelijke kasticket;
    • de gegevens van alle aangemaakte factuurtickets kunnen onder de vorm van een subboek voor uitgaande facturen uit het geregistreerde kassasysteem worden gehaald;
    • ook factuurtickets worden versleuteld en bewaard door het geregistreerde kassasysteem, waarbij de controlegegevens echter niet worden afgedrukt op het factuurticket.

    Dagboek van ontvangsten

    De belastingplichtige die gebruik maakt van een geregistreerd kassasysteem en voldoet aan alle daaromtrent opgelegde reglementering, is ontheven van de verplichting tot het houden van een dagboek van ontvangsten per bedrijfszetel zoals bedoeld in artikel 14, § 2, 3°, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 1. Wel moeten dagelijks de nodige rapporten met behulp van het geregistreerde kassasysteem worden aangemaakt (dagelijks financieel rapport en dagelijks gebruikers rapport, krachtens artikel 2, punt 5, van het koninklijk besluit van 30.12.2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen).

    Indien deze belastingplichtige echter verschillende inrichtingen uitbaat, moet hij wel nog steeds het centralisatiedagboek bedoeld in artikel 14, § 2, 3°, vierde lid, van het koninklijk besluit nr. 1, houden. Bij het gebruik van een geregistreerd kassasysteem, moet het centralisatieregister verplicht digitaal worden gehouden (zie punt 24 van de beslissing nr. E.T.112.577 van 08.11.2007).

    Verschil met rekening of ontvangstbewijs

    Wanneer de drempel van 25.000 euro niet wordt overschreden, moet er een rekening of ontvangstbewijs bedoeld in artikel 22, § 1, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit nr. 1, uitgereikt worden voor het verschaffen van maaltijden en bijhorende dranken. In tegenstelling tot het kasticket van een geregistreerd kassasysteem, dient de rekening of het ontvangstbewijs dus niet voor alle verkopen van spijzen en dranken in de betrokken inrichting uitgereikt te worden.

    Voorbeeld

    Een bakker met verbruikssalon overschrijdt de drempel van 25.000 euro niet.

    Rekeningen of ontvangstbewijzen zoals bedoeld in artikel 22, van het koninklijk besluit nr. 1, dienen uitgereikt te worden, voor de maaltijden en dranken in het verbruikssalon, maar niet voor de verkopen in de bakkerij.

    Een rekening of ontvangstbewijs mag worden vervangen door een volledige factuur, voor zover deze factuur aan de klant wordt uitgereikt op het tijdstip waarop de dienst is beëindigd. Een kasticket van een geregistreerd kassasysteem kan nooit worden vervangen door een factuur.

    De rekeningen of ontvangstbewijzen moeten besteld worden bij een erkende drukker. De dubbels van de uitgereikte rekeningen en ontvangstbewijzen moeten worden bewaard. Dagelijks moeten de nummers van de rekeningen en ontvangstbewijzen die in de loop van de dag werden uitgereikt, genoteerd worden in het dagboek van ontvangsten.

    In een geregistreerd kassasysteem worden alle verrichte handelingen ingetikt. Het afgedrukte kasticket wordt uitgereikt aan de klant. Alle gegevens worden onveranderlijk bewaard in het geregistreerde kassasysteem. Er moet geen dagboek van ontvangsten meer gehouden worden. Wel moeten dagelijks de nodige rapporten met behulp van de kassa worden aangemaakt.

    Technische opstelling van een geregistreerd kassasysteem

    Gelet op het feit dat de invoering van de geregistreerde kassasystemen in de horecasector een antifraudemaatregel is, spreekt het voor zich dat pogingen om bepaalde handelingen niet op te nemen in het geregistreerde kassasysteem, niet zijn toegestaan.

    Een geregistreerd kassasysteem:

    • is een apparaat dat gebruikt wordt voor de registratie van uitgaande handelingen;
    • waarborgt de onveranderlijkheid van de ingebrachte gegevens;
    • bewaart alle ingebrachte gegevens (met inbegrip van alle boekingen: bestellingen, terugnames, wijzigingen,  …) in een elektronisch journaal of journaalbestand;
    • is uitgerust met een module die deze gegevens ontvangt, controlegegevens aanmaakt, alle relevante data opslaat.

     

    In het geval een belastingplichtige gebruikt maakt:

    • van een bestaand of nieuw kassasysteem waarin alle bestellingen gedetailleerd worden ingebracht met een functionaliteit van tafelbeheer en/of om de keuken/bar aan te sturen en  bovendien;
    • van een ander kassasysteem waarin deze boekingen worden hernomen voor het louter afdrukken en uitreiken van een kasticket overeenkomstig artikel 21bis, van het koninklijk besluit nr. 1,

     

    dienen beide kassasystemen de beveiligingen van een geregistreerd kassasysteem te bevatten. De uitgaande handelingen worden immers initieel geregistreerd in het eerste systeem en getransfereerd naar het tweede systeem.

    Er wordt bovendien op gewezen dat alle gebruikte kassasystemen, alsook de gegevens die erin opgeslagen worden, moeten bewaard worden door de belastingplichtige overeenkomstig artikel 60, van het Btw-Wetboek.

    Voor een uitgebreide technische toelichting van het geregistreerde kassasysteem en het koninklijk besluit van 30.12.2009 ter bepaling van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen, wordt verwezen naar de circulaire AAFisc nr. 33/2016 (nr. E.T. 124.747) dd. 08.11.2016.

    Lees meer
  • De GKS-applicatie is een zogenaamde e-government toepassing. Dat betekent dat :

    -u verschillende identificatieschermen moet doorlopen op basis van uw token of e-ID

    - gegevens uit verschillende databanken met elkaar in verband worden gebracht

    Het kan dan ook op meerdere punten fout lopen. Hier vindt u een overzicht van de mogelijke problemen en hun oplossing.  Lees ze allemaal eens door. Zo kunt u meerdere problemen ineens voorkomen.

    1. Hoe aanmelden/inloggen?

    1.met uw e-ID

    U heeft hiervoor een PC en een kaartlezer nodig.

    2. met uw token

    een kaartje met codes dat u toelaat beveiligd aan te loggen in e-gov toepassingen. U kunt zo'n kaartje gratis aanvragen via de federale portaalsite http://www.belgium.be klik op «Token aanvragen» op de onthaalpagina. Zorg ervoor dat u uw identiteitskaart bij de hand heeft als u dit doet.

    2. het token werkt niet / het systeem kan de kaart niet lezen / problemen met de PIN-code

    Uw PC moet over de juiste software beschikken. U kan die vinden op de website  http://eid.belgium.be (Quick Install). Meer informatie over de eID en de kaartlezer zijn beschikbaar op deze site.

    Als u het programma installeerde, maar uw kaart nog niet leesbaar is, moet u mogelijks uw browserinstelling vernieuwen. Ook dat doet u via Fedict op volgend adres : http://eid.belgium.be/nl/je_eid_gebruiken/hulp_nodig_/problemen_met_de_…

    Lukt het nog niet?

    Contacteer even  hun helpdesk. Hun gegevens staan op de site.

    3. De horeca onderneming staat niet in de lijst van te selecteren ondernemingen   /

    4. Na het aanmelden als onderneming, verschijnt de foutmelding : internal server error  

    Elke e-gov toepassing is verbonden met bepaalde 'rollen' die u nominatief aan personen in uw onderneming(en) moet toekennen. Als uw horeca onderneming niet in de lijst met te selecteren bedrijven voorkomt, heeft u in die onderneming nog niemand belast met e-gov rollen.

    Voor het gebruik van de GKS-toepassing moet u over de rol van wettelijk vertegenwoordiger beschikken.

     

    Via de public search functie van het KBO kan u zelf nagaan wie over welke rol beschikt in het kader van wettelijke formaliteiten die u al via e-gov services uitvoert. Als blijkt dat de persoon die de registratieverplichtingen GKS zal uitvoeren geen rol werd toegekend, neem dan even contact op met de helpdesk KBO. Hun gegevens staan op het zoekscherm van de public search site.

    U vindt de public search site van KBO op volgend adres : http://kbopub.economie.fgov.be/kbopub/zoeknummerform.html;jsessionid=C5…

    Hou er rekening mee dat er meerdere dagen verlopen tussen het op punt stellen van uw ondernemingsgegevens in de KBO en het beschikbaar zijn van deze gegevens in de GKS-toepassing

     

    5. Ik kan in de GKS-toepassing mijn zaak niet registreren/ mijn etablissement niet selecteren via "toon lijst"

    Dat betekent dat uw gegevens in de KBO niet actueel zijn. De GKS-toepassing ontleent de ondernemingsgegevens aan de KBO. Om in de GKS-toepassing uw verplichtingen te kunnen nakomen, moeten volgende zaken bij de KBO in orde zijn :

    u beschikt over de rol van wettelijk vertegenwoordiger in het kader van e-governement

    toepassingen voor uw HORECA onderneming, én

    al uw uitbatingen werden bij de KBO aangegeven

     U moet dus eerst uw KBO-gegevens op punt stellen. U kan daarvoor terecht bij de helpdesk KBO via http://kbopub.economie.fgov.be/kbopub/zoeknummerform.html;jsessionid=C5…

    6. andere technische problemen 

    Bel onze ICT-hulplijn op het nummer 0257 257 57 en kies optie 2 : een technisch probleem

    Zij helpen u graag. Deze dienst is elke werkdag bereikbaar van 8 tot 17 uur.

    Lees meer